Veenkernen uit de Hegewarren gebruikt in onderzoek naar waterzuivering door gewassen
Eind april werden in de Hegewarren (ten noorden van de weg, voorbij het perceel blauwgrasland) zogenaamde veenkernen gestoken voor een onderzoeksproject van hogeschool Van Hall Larenstein en het Biosintrum in Oosterwolde. Beide organisaties werken met andere partijen samen in het Kenniscentrum Bodem. De veenkernen worden de komende jaren gebruikt voor onderzoek naar de water zuiverende werking van een aantal gewassen. Jasper van Belle, hoofddocent/onderzoeker eco(hydro)logie bij Van Hall Larenstein, praat ons bij over deze proef.
Projectdetails
Veenkernen uit de Hegewarren
Onderzoek waterzuivering
Onderzoeksproject van hogeschool Van Hall Larenstein en het Biosintrum in Oosterwolde
“Op de onderzoek locatie hebben we met een kraan buizen de grond in getrild, zodat we een (zo goed mogelijk) ongestoord bodemprofiel konden verzamelen. In totaal hebben we 20 kernen gestoken van 1 meter in doorsnee en 0,75 meter diep. De bodem bestaat hier uit een bovenlaag van circa 20 centimeter klei, met daaronder verschillende typen veen*. Zo’n veenkern is een mesokosmos, oftewel een klein, manipuleerbaar mini-ecosysteempje. De veenkernen hebben een plek gekregen in de proeftuin van het Biosintrum in Oosterwolde. Daar gaan we de veenkernen vernatten en inpoten met grote lisdodde, kleine lisdodde en riet. De komende jaren doen we daarmee onderzoek naar de waterzuivering door deze gewassen. Een experiment op deze schaal zit tussen pot-/laboratoriumproeven en veldexperimenten in.”
“De proeven met zuivering zijn onderdeel van het net opgestarte nationale Veenweiden Innovatie Programma (VIPNL). In 2022 zijn we vooral bezig de mesokosmossen op te starten. Vanaf 2023 doen we dan de proeven met zuivering. Naast de experimenten in de mesokosmossen monitoren we ook veldproeven in Friesland. En in het grotere programma doet KWR vergelijkbare experimenten en veldmonitoring op veenbodems zonder klei, in Noord- en Zuid-Holland en in Utrecht. De kennis die voortkomt uit de proeven en monitoring gebruiken we om zuivering als ecosysteemdienst** te kunnen ‘voorspellen’.”
Toelichting:
* Onder de kleilaag bevindt zich circa 3 à 5 centimeter wollegrasveen (eenjarig wollegras), daaronder veenmosveen dat na circa 20 à 30 centimeter overgaat in bosveen (vooral els, met een klein beetje berk).
** Ecosysteemdiensten zijn diensten die door een ecosysteem aan mensen worden geleverd. Denk aan bestuiving van gewassen door insecten en bodemverbetering door regenwormen en bacteriën.